NAVIGATIE
• Freetime overzicht
• Zoeken
RUBRIEKEN
• FAQ / Help
• Wat mag niet?
• WZL Wedstrijden
• WZL Chat
• WZL Toolbar
• WZL Statistieken
• WZL leden
• WZL shop
• E-cards
RSS 
• Fun-feed
• Babe-feed
• Stud-feed
Een groot aantal pokerrooms geven
de mogelijkheid om poker te spelen op internet en geld te storten via het veilige iDeal betaalsysteem.
|
Origineel bericht
|
GroenePatrick
Sinds 17/8/2005
T: 7
R: 146
|
15/10/2006 -
6:36u
|
Quote
|
07.10.2006 - In het West-Vlaamse Zedelgem telt de VB-lijst 14 kandidaten. Het meest in het oog springt lijstduwer Roger Spinnewyn. Deze krasse zeventiger is niet alleen een berucht lid van de verboden privé-militie VMO, maar ook de politieke voedstervader van de zwaargewichten van Vlaams Belang. Portret van een veteraan van extreem rechts.
Grafschennis
Bij oudere en traditionele flaminganten is Roger Spinnewyn het meest bekend als de man achter Operatie Brevier. Dat is de codenaam voor een actie waarmee de VMO in heel Vlaanderen van zich liet spreken, al was het maar omdat er voor een keer geen geweld mee was gemoeid.
Eind 1972 stelde Spinnewyn de Antwerpse VMO-leider Bert Eriksson voor om het stoffelijk overschot van priester Cyriel Verschaeve te gaan ontgraven. Die daad zou de VMO'ers in de ogen van het Vlaamse volk helden maken, meende de Bruggeling.
Priester-dichter Verschaeve maakte voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog duizenden jongeren warm om met Hitlers leger te gaan vechten "tegen de bolsjevieken en de joden". Hij is in extreemrechtse en ultranationalistische rangen nog steeds het zinnebeeld van het Vlaamse martelaarschap. Toen hij na de oorlog in Vlaanderen veroordeeld werd voor zijn collaboratie, bracht hij de rest van zijn leven door in zijn Oostenrijks schuiloord. Verschaeve overleed er in 1949. Ofschoon hij volgens de overlevering had gezegd in "Heiligen Vlaamse Grond" begraven te willen worden, werd hij bijgezet op het kerkhof van zijn ballingsoord, Solbad Hall.
Na een eerste verkenningstocht in maart trokken initiatiefnemer Spinnewyn en 'Leider' Eriksson op 10 mei 1973 naar Solbad Hall met een groep VMO'ers waaronder Rogers zoon John Spinnewyn, Ghislain De Baets, Etienne Vergauwen, Bob Stewart en Xavier Buisseret. De groep groef er in het holst van de nacht de resten van de kapelaan op en spoedde zich terug naar België, waar binnen de kortste keren zowel de BOB als de pers op de hoogte waren. De toenmalige secretaris van de IJzerbedevaart, Rik De Gheyn, ontfutselde de kist met de resten van Verschaeve aan de VMO'ers. Die moesten enkele dagen later via de radio vernemen hoe hun idool alsnog in Alveringem werd begraven. Ondanks die smadelijke afgang huldigden in mei 2001 in Alveringem nog een 30-tal oud-Oostfronters en jonge neonazi's Spinnewyn en zijn spitsbroeders voor hun 'heldendaad'.
Jodenhaat
De acties van Spinnewyn en co waren niet altijd zo onschuldig. Begin jaren '60 richtte Roger Spinnewyn de Westvlaamse VMO op (Vlaamse Militanten Orde). Hij werd zelf 'gouwleider' ofwel provinciaal voorzitter van de afdeling.
De VMO stak zijn militaristisch, gewelddadig karakter toen niet onder stoelen of banken, en de leden van de 'a-politieke' actiegroep verborgen hun afkeer voor de democratie en hun racistische en anti-joodse sentimenten niet. Dat was met nationale leiders als Xavier Buisseret en Bert Eriksson ook niet nodig. Het extremisme van de VMO verzuurde de relatie met de Volksunie, de Vlaams-nationale partij die de VMO tot dan als de politieke arm van hun idealen beschouwde.
De teleurgestelde VMO'ers konden binnen de VU terecht bij priester Marcel Brauns. Deze conservatieve, flamingante priester uit Limburg getuigde in 1964 in het voordeel van SS'er Robert Verbelen op diens proces in Duitsland. In datzelfde jaar werd hij uit de orde van de jezuïeten gezet. De Volksunie was ondertussen aan een verruiming richting centrum begonnen, en schoof Brauns na de verkiezingen van 1965 naar de achtergrond. Onder meer als reactie daarop ontstond de Vlaams Nationale Raad, een koepel van nationalistische verenigingen die tegen de nieuwe koers van de Volksunie gekant was. Brauns zou later een bemiddelaarsrol spelen bij de organisaties en partijen waaruit uiteindelijk het Vlaams Blok groeide.
Van hem haalde de partij haar standpunten over abortus en vreemdelingenbeleid. Toen Marcel Brauns in 1975 leider van de Vlaams-Nationale Raad werd, nodigde Spinnewyn hem onmiddellijk uit om in Kortrijk voor de VMO te komen spreken. Ook op de gastenlijst stond James K. Warner, een kopstuk van de racistische, jodenhatende milities Christian Defense League en de New Christian Crusade Church, die op goeie voet stonden met de Ku Klux Klan.
Het klikte tussen Spinnewyn en de Amerikaanse extremist: in 1976 bracht de Bruggeling een tegenbezoek aan de Verenigde Staten om er namens de VMO contacten te leggen met de KKK. Het resultaat was een gezamenlijke resolutie die verscheen in het VMO-blad Alarm. Punt 8 vermeldde de geplande "samenwerking tegen het internationale jodendom". De VMO vertoonde haar leden in die tijd ook een propagandafilm uit nazi-Duitsland, en verspreidde stickers met "Bevrijd Europa van de joden".
Terreur
Roger Spinnewijn was minstens tot eind jaren '80 van de vorige eeuw goeie maatjes met Gottfried Küssel. Die Oostenrijker was bij de gemeenteraadsvekiezingen in het dorpje Payerbach in 1993 kandidaat voor de extreemrechtse FPÖ, toen nog de partij van Jörg Haider.
Küssel is nu voorzitter van de Volkstreue Ausserparlementarische Opposition (VAPO), een Oostenrijkse variant van de VMO, die het blad Sturmfahne uitbrengt, en ook al contacten heeft met Amerikaanse neonazi's. Meerdere leden van de VAPO werkten samen met de beruchte Hoffman-groep. Die Duitse extreemrechtse terroristen richtten in 1980 een bloedbad aan in München, waarbij 14 doden vielen.
Twee jaar later werd een voorman van de beweging gearresteerd bij Roger Spinnewyn thuis in Brugge. Extreemrechtse geweldcampagnes waren in die dagen schering en inslag. De door de Spinnewyns gedomineerde VMO-afdeling maakte het daarbij behoorlijk bont. Als links bestempelde boekhandels en café's werden bestormd, vermeende progressieven aangevallen, en een vormingsinstituut werd zelfs beschoten. In april 1980 viel een VMO-commando onder leiding van Spinnewyn de Halletoren van het belfort in Brugge binnen en stak er de stadsbeiaardier neer. Een jaar eerder was de bezetting van het gemeentehuis van Voeren door het VMO ontaard in een veldslag met de ordediensten. Spinnewyn leidde ook die operatie.
In de jaren '80 baatte hij het Brugse café 'Rubenskelder' uit, waar veel VMO-leden kind aan huis waren. Het café gold als de stamkroeg van het Nationalistisch Jongstudentenverbond (NJSV) in Brugge. Spinnewyn zette de jeugdige voorzitter Philip Dewinter en zijn compaan Frank Vanhecke niet alleen bier en zoutjes voor, hij ontfermde zich ook over hun politieke vorming.
Wapensmokkel
Spinnewyn was ook wel eens aan de andere kant van de tapkast te vinden. In het Vlaams Blok-café De Gezelle in Roeselare bemiddelde hij op 12 maart 1994 bij een illegale wapenverkoop. De geweren, afkomstig uit Bosnië, waren bestemd voor de Afrikaner Weerstandsbeweging, een Zuid-Afrikaanse terreurgroep die de blanke overheersing in dat land gewapenderhand wilde herstellen. Het illegale arsenaal en twee Duitse ex-militairen die Spinnewyn uit Bosnië had laten overkomen, moesten die klus helpen klaren. Het duo was Spinnewyn vanuit Duitsland komen bezoeken in een auto volgestouwd met geweren, springstof en munitie.
Ruim een jaar later, op 24 november 1995, werd hij in Memmingen in de Duitse deelstaat Beieren, gearresteerd op verdenking van wapensmokkel en en het ronselen van huurlingen. Spinnewyn was in Duitsland om te getuigen in een moordzaak tegen de twee Duitsers. Twee dagen later meldde het Vlaams Blok de pers dat Spinnewyn was vrijgelaten, volgens sommigen door procedurefouten in het Duitse onderzoek. Wat er ook van zij, Spinnewyn was na de opheffing van de VMO in 1984 niet bij de pakken blijven zitten. Dat bleek uit een huiszoeking die het parket van Kortrijk bij Spinnewyn thuis liet verrichten. De gerechtelijke politie trof er een long-rifle aan waarvoor Spinnewyn geen vergunning kon voorleggen.
Clan
Na decennia van 'buitenparlementaire actie' in een 'a-politieke' actiegroep heeft Spinnewyn op zijn oude dag het geloof in de partijpolitiek gevonden. En hij levert geen half werk. Met de ijver die een bekeerling betaamt, en met een wel erg letterlijke lezing van de Vlaams Belang-slogan 'Eigen volk eerst" in gedachten, sleept Spinnewyn zijn hele huishouden mee de politiek in.
Naast Roger dingen zondag ook de 48-jarige Willy Spinnewyn en de 37-jarige Tijl Spinnewyn naar een stek in de Zedelgemse gemeenteraad. Ook Dominiek Sneppe is kandidaat. Zij is de thuiswerkende vrouw van de Spinnewyn-clan, die op eenzelfde adres in Zedelgem woont. Twee andere Spinnewyns hebben het nest al lang verlaten. Zoon John Spinnewyn schopte het tot senator voor het VB en nam in Turnhout deel aan een raid van skinheads op de bezoekers van het jeugdhuis Wollewei. Zoon Patrick Spinnewyn haalde in 1994 de voorpagina's met het aftuigen van een Duitse cameraman. Zoon Jim, ook al een voormalige VMO'er, is steenkapper en woont aan de drukke Torhoutsesteenweg in deelgemeente Loppem. Hij is zondag geen kandidaat.
Lijsttrekker Pol Denys, geboren in Menen, is het enige gemeenteraadslid voor Vlaams Belang in Zedelgem. Ook lokaal voorzitter Arthur De Mesmaeker uit Overijse staat op de lijst.
Haatconcerten Het gezapige Zedelgem is goed op weg om een geliefkoosde pleisterplaats voor extreem rechts te worden. In de Bosserij, een gemeentelijk zalencomplex in deelgemeente Veldegem, vonden de afgelopen jaren regelmatig haatconcerten plaats van Blood & Honour en van Live & Loud, de concertpoot van skinheadkroeg De Kastelein. Ook op 10 juni 2006 was daar een dergelijk concert gepland, maar het bestuur van het centrum trok de toestemming in na het incident nabij de Kastelein in mei 2006.
In 2004 exposeerde Ivan De Smaele zijn portrettengallerij van Vlaams-nationalistische iconen in de plaatselijke openbare bibliotheek. Bij de opstelling staken een paar VB'ers een handje toe. Op de vernissage brak de schilder een lans voor de VMO en haalde hij met een warme nostalgie herinneringen op aan de acties waarbij hij zij aan zij met hen had "gestaan waar we moesten staan".
Het publiek kreeg er gratis de visie van de kunstenaar op het Vlaamse oorlogsverleden bovenop, aangevuld met enkele lectuurtips die volgens hem "het echte verhaal" van die donkere jaren vertelden. Daarbij noemde hij de kritische analyses van Johan Anthierens en Marc Reynebeau "vooringenomen" en de publicaties van de Oostfrontersvereniging Sint-Maartensfonds "een getrouwe weergave van de feiten". Prominent aanwezig in de gallerij en in de lofbetuigingen van de schilder: VMO-idool Cyriel Verschaeve.
|
|
|